maandag 20 april 2009

In het klooster



Met een taxi komen we de berg gemakkelijk op. Het klooster ligt verscholen tussen een dennenbos en de chauffeur moet herhaaldelijk de weg vragen. Plotseling zie ik zwarte daken en rode muren tegen het groen afsteken. Ik krijg een warm en rustig gevoel. Aan de ingang komt een man in Kung Fu kledij ons in summier Engels uitnodigen voor de thee bij de master. Gelukkig wisten we de welkomstgroet en met een diepe buiging groeten we master Shifu “Amietohoe”. Hij is verrast en ratelt een reeks zegeningen over ons uit. We worden in de theekamer geloodst. Ik ben verrukt als ik 4 tafeltjes met Gong Fu Cha (Chinese theeceremonie) zie opgesteld staan. Een grote mand met allerlei nootjes en enkele snoepen wordt ons aangeboden. De Kung Fu man bereidt voor ons thee. Ik sla hem nauwlettend gade! Ik wil bijleren. Tenslotte heeft iedereen een beetje zijn eigen interpretatie, denk ik. Maar alles verloopt sereen en rustig zoals ik die al vele keren zelf in België heb uitgevoerd. Ik ben blij en geniet van ieder kopje die hij voor me vol schenkt. Buiten begint het te regenen. De zachte motregen verzwaart tot een deftige stortvlaag om dan weer gesappig uit te deinen. Ik geniet van het schouwspel. Ik herinner de film 'De geur van de groene papavers' waar zo'n trage beelden het scherm vulden. Ik geniet intens! Hoelang we hier zitten weet ik niet, maar het is lang. Verrassend is dat de Kung Fu man, ondanks het feit dat hij in een diep gesprek zit met master Shifu, ons gans de tijd in het oog houdt en van zodra we ons kopje leeg drinken, schenkt hij het weer vol en van zodra zijn kannetje leeg is, giet hij er vers kokend water op. Als we te lang geen nootjes nemen, reikt hij ons de mand aan. Ik vertik het om een snoepje te pakken, ik wil afkicken van de suiker. “Wedden dat ze wachten tot wanneer we bezwijken voor de zoetigheid!” zeg ik tegen Bram. Hij lacht en neemt een snoepje om mij uit te dagen. Ik schiet in een lach uit maar hij legt het terug. “Nee Bram” zegt hij tegen zichzelf. Ik krul van het plezier. Maar ik weersta. Als het nodig is kan ik bikkelhard zijn.


Master Shifu en de Kung Fu man stappen op en wij zitten hier als 2 brave kindertjes netjes naast elkaar met rechte rug, knietjes mooi naast elkaar en handjes op onze dijen. Als ze volledig uit het zicht zijn, schieten we beiden in een lach uit en doen treiterend aanstalten om een snoepje te nemen. We besluiten elk naar onze kamer te gaan en wat te rusten. Maar ik ben helemaal niet moe en ga met mijn nieuwe boek op het binnenplein zitten. Maar het licht is er zo freel dat ik alleen maar kan kijken en genieten. Ik slenter het klooster door en geniet van ieder hoekje en kantje dat ik zie. Ik bestudeer de beelden van Kwan Yin, Maitreya, Boeddha en al de andere die ik niet ken.



Etenstijd: we krijgen een kommetje en eetstokjes. Er zijn 2 tafels met allerlei groentenschotels, soep en rijst gedekt. Oef vegetarisch, ben al dat vlees echt beu gegeten. We zitten met zijn 9 rond iedere tafel. Vooral de kroepoek en de gedroogde fruitchips en de geroosterde nootjes en bonen vallen bij mij in de smaak. Ik mors veel. 't Is verdomd moeilijk om die nootjes te nemen met stokjes. Want eindelijk heb ik er eentje vast, ik troont het met enige spanning naar mijn kom en ploep halverweg schiet hij wel niet van tussen die verdomde stokskes zeker. Recht in een andere groenteschotel waarbij hij langzaam zinkt in het zompige groentennat. Shit herbeginnen. Voor één nootje, het ganse parcours opnieuw met slecht 50% slaagkans. Als hij voor de 2de maal voorbij een monnik zijn kom schiet, word ik liefdevol geholpen en houdt een ander monnik de nootjesschaal eventjes boven mijn kom en kiepert er van den eerste keer een hele berg boven op mijn rijst neer. Aaaaaaaaaaaa zo doe je dat, bedenk ik. Het is niet evident om in China te eten. De regels zijn vrij strikt! Hier begin je niet te eten voor de master teken geeft, terwijl je bij familie als gast eerst moet starten. Je mag ook niets uit de serveerschotels pikken met je eigen stokjes. Je moet je stokjes neerleggen en met de algemene stokjes hapjes uit de schotels nemen. Je mag met je kommetje niet boven de schalen komen, zie dat er iets in de serveerschaal valt! Dan als je eet moet je je kommetje opheffen en onder je mond houden zodat je geen rijstkorrels morst. Eén rijstkorrel? Je moet mijn broek eens zien! Ik had beter een slab gekocht. Enfin heerlijk gegeten. De master staat als eerste op en je groet hem als hij van tafel gaat. Dan volgt de één na de ander telkens als ze klaar zijn met eten. Steeds moet je groeten; geen wonder dat ik de laatste ben na het geworstel met de stokjes en al dat gegroet. Ik ga mijn kommetje en stokjes onder het bergwaterkraantje “wassen” en neem het mee op mijn kamer. Ik zie de monniken één voor één naar de tempel hollen. Ze gaan bidden. 3 keer per dag. Ik wil het meemaken en vraag of ik mee mag bidden. Ik ben er welkom. Gelukkig beoefen ik al geruime tijd het zen-boeddhisme en kan alle handelingen volgen en meedoen. Ik kijk verwonderd naar de 3 kids die ook meedoen. Een gastje van 10 leidt de dienst en met ongelooflijk sierlijke gebaren, voert hij alle mudras (handenspel en houdingen) stijlvol voor het altaar uit. Er wordt gezongen op tempo van de kloptrommel. Ik ben zo blij dat ik hier ben en voel me echt thuis.

Ik ga me op de binnenkoer aan een tafeltje zetten en neem mijn boek vast. Maar weer houden de kleuren en het lichtspel me in de ban. Tot de monnik passeert en mijn paspoort vraagt voor de registratie. Ik krijg een engelse brief in mijn hand geduwd met de 'na te leven regels'. Ik kan één na één beamen maar lees dan onthutst: 'aan tafel eet je alles op wat je in je kommetje brengt, morst of laat vallen, er gaat geen korreltje rijst verloren'. Jakkes. Ik beloof om morgen voorzichtiger uit de schotels te pikken of gewoon te kieperen zoals die monnik me voordeed. Ik heb helemaal geen zin om van die tafel te eten. Ik zag de 'vaatdoeken' en zag genoeg. Ook toen ik mijn kop ging afwassen en even in de keuken piepte ... niet nadenken Ann, niet nadenken.


Ik betaal 30 euro voor een ganse week kost en inwonen en quasi privéles. Ik ben meer dan voldaan. Ik neem weer mijn boek ter hand en geniet van de duisternis die stilletjes begint te vallen; En weer heeft het lichtspel me in de greep. Tot er een monnik naar een reuzegrote trom stapt, die op hoge stelten plat ligt en boven zijn hoofd uitkomt. Ik had die nog niet zien staan ondanks mijn intensieve observatie. Hij neemt 2 trommelstokken op en met opgeheven gestrekte armen begint hij zachtjes ter trommelen. Het ritme zwelt aan en neemt af.. Hoelang hij trommelt weet ik niet, maar ik heb met grote ogen het ganse eenvoudige schouwspel volledig in me opgenomen. Ondertussen is het donker en zie ik geen steek meer voor mijn ogen. Master Shifu zegt dat ik beter naar boven ga. Ik groet hem en dank voor zijn gastvrijheid. Ik hoor in de verte de donder rommelen tussen de bergen, een loeiende wind raast door de tochtige deuren en de houten tralieramen zonder vensterglas. Even later klettert de regen met pijpenstelen op de leien dakpannen. Ik strompel naar boven, de treden zijn hoog en smal. Ik ga op de tast in mijn kamer en zoek er een kaars. Shit ik kocht geen lucifers. Miljaar weer die trap op den tast naar beneden. Struikelend ga ik naar de studiezaal (verbeeld je aub niet teveel – een grauwe ruimte met 8 vergroezelde banken, een krom en schots rekje met tot op de draad versleten slechts enkele boeken, een paar kramiekele zitbanken en een afpellend zwart bord aan de muur. Op de tafels staan 3 brandende kaarsen gekleefd met eigen was. Ik steek er mijn kaars aan en verblind van het licht kruip ik al stotend weer die verschrikkelijke trap op. Het ultra sobere kamertje licht gloeiend warmoranje op. Ik ben tevreden in mijn bescheiden woning. Temeer de sfeer hier helemaal anders is dan in het nonneklooster in Hangzhou. Alles is hier in donkerrood hout en ik slaap recht onder de leien dakpannen waarop de regen genadeloos hamert. Oepsie, wat is dat? Van de tros bananen die naast mijn bed liggen is er één half open gescheurde en gedeeltelijk uitgepikt of uitgevreten. Ja man wat voor een dier zit er hier? Ik besluit de bananen en het andere fruit in een gesloten zak hoog aan het tralieraam vast te binden. Boeddha, dat is één banaan minder voor jou! Nog even gaan plassen want het wcblok ligt 2 minuten stappen van het centrale gedeelte verwijderd. 3 grote schapers bewaken het domein. Ik wil vannacht niet één van hen met blinkende tanden op me af zien stuiven. Ik schrijf en hoor beneden me in de zitruimte de monnik met de kinderen praten. Af en toe is er een lachsalvo. Om 21.30 hoor ik ze elkaar luid eenstemmig groeten en alles is stil ... bijna stil, de wind zwiept de bomen tegen het dak en de regen druist nu stilletjes boven mijn hoofd. Ik zit droog en kruip straks onder het dikke pak dekens. Ik heb wel mijn jas binnenste buiten om het hoofdkussen gedraaid want de geur van de vorige slaper is nog duidelijk aanwezig. Ik blaas de kaars uit en droom zachtjes weg in deze prachtige oase van stilte en rust. Buiten glinsteren de sterren. Straks is het ook donker in België en kijken mijn kids naar die ontelbare lichtjes die ik als tere nachtzoentjes voor hen aan de hemel toverde.


Woehoe wat een nacht. Net als ik begin in te dommelen, hoor ik een gekrevel en getrippel van geen te kleine pootjes. Jah ik ben die half uitgegeten banaan vergeten. Ik hoor een gevecht en gekrijs. Roerloos lig ik te luisteren en walg. Shit man ik hoor precies pootjes op mijn bed. Neen he, die viezerikken gaan hier niet aan mijn haar of gezicht komen snuffelen. In het pekkedonker ga in mijn tas op de tast, en hoop geen bundeltje haar tegen te komen, op zoek naar de etherische olie van lavendel. Gul strooi en enkele druppels op mijn haar. Hopelijk schrikt de geur hen af. Ik hoor een zware bons. Wat is me dat? Het is stikkedonker en ik zie geen fluit. Diep onder de laken kruipen, is het enige dat ik kan doen en hopen dat ze me niet te lang vergezellen vannacht.


Om 5u30 hoor ik de grote gong en gezang. Ik moet plassen en zie geen steek. Met het licht van mijn computer (die gelukkig 7u batterij heeft) verlicht ik de kamer en aanschouw de ravage. Ja het fruit is naar de vaantjes. Ze hebben dus met man en macht die zak naar beneden gekregen. Anders zie ik geen schade. Ook mijn rugzak is gevallen.. Ik schud er even aan in de hoop dat er geen beest uitspringt. Ik blijf onder de lakens tot het licht wordt, want hoe vind ik hier mijn kleren weer? Op de tast zet ik de deur open en het 'venster' in de hoop met het ochtendlicht mijn spullen weer te vinden. Nog even geduld en het daglicht schuift mijn kamer binnen.


9uur Tai Chi. Na intensief stretchen en Kung Fu poses beginnen we met de Tai Chi. Niet gemakkelijk want de uitleg krijgen in het Chinees. Ik doe gewoon die leraar na. Ik struikel, verlies mijn evenwicht ... mens dit is veel moeilijker dan verwacht. In een mum van tijd zijn de 3 uur voorbij. Een versterkend middagmaal doet deugd. Yoehoe ik krijg er een vriendin bij! In de namiddag komt Helène, een Parisienne, toe. Ik wou rusten maar mijn tijd vergaat in praten, shit het is al 16u en de ganse resem stretchoefeningen beginnen opnieuw. Amietohoe

Geen opmerkingen:

Een reactie posten