dinsdag 28 augustus 2012

Terug naar Taiwan

Hier zijn we dan weer. Ik moet mijn teksten schrijven in Word want blogspot is in China geblokkeerd, evenals facebook. Controle, dat is het enige waar China mee bezig is. Soit. Ik ben dus weer op weg naar Taiwan. Momenteel zit ik tussen schreeuwerige Chinezen die dus ook naar Taiwan gaan ...
Waar was ik gebleven ... ooo ja we gingen dus naar de theevelden van Mr. Lei en sister Lin. Het was laat in de avond toen we er aan kwamen want het is een hele rit van Xiamen naar hun theevelden. Sister Lin kwam aan gelopen en vloog direct in mijn armen. Dit is buitengewoon voor Chinezen daar zij eigenlijk zelden gevoelens tonen en zeker geen lichamelijk contact willen. Heel zelden krijg je een hand. Een omhelzing is dus haast niet denkbaar, een zoen helemaal niet.
We proefden de laatste pluksels van de zwarte thee omdat we van de zwarte beter slapen zeggen ze. We worden in het dorp naar het 'hotel' gebracht. En we krijgen er elk onze eigen kamer. De volgende ochtend komen we alle vier met piepkleine oogjes uit onze kamer. We hebben blijkbaar alle vier te weinig geslapen. Teveel muggen, te luidruchtige mensen op straat, te hard bed. Als ik woelend op mijn uurwerk keek zag ik 3.17 hoorde ik nog valsklinkende karaoke of luidruchtig gebabbel. We rijden met de jeep naar de theevelden moeizaam de hobbelige berghelling op. De weg heeft serieus geleden onder de typhoonregens. Diepe putten van stromend water en zelfs hier en daar weggespoelde bermen die ze met takken, bladeren en stenen hebben 'gerestaureerd'. Verstand op nul is de beste methode. Maar eens op de velden kan ik eindelijk weer ademen. Het uitzicht, de thee, de bergen, de bomen, de bloemen, de vlinders, ... alles is in complete harmonie en ik ben gelukkig. Terwijl Mr. Lei alles uitlegt aan het koppel uit Beijing voel ik me al zo thuis dat ik gewoon rondslenter en op een idyllische plek ga mediteren. Ik ken mijn weg hier al. In april nam Mr. Lei ons mee naar zijn nieuwe projecten. Iets wat hij maar zelden laat zien, wist Mark, mijn vertaler te vertellen. En ik voel alweer: ook hier ben ik familie. We komen bij de pluksters aan. Zorgvuldig worden de theetopjes geplukt voor de herfst Tie Guan Yin. 'Zomer' denk je alvast doch voor hen is dit de herfstpluk. Die bestaat uit twee oogsten: oogst 1 van ongeveer 15/08 tot 15/09 en dan oogst 2 van ongeveer 01/10 tot 31/10. De lentepluk daarentegen bestaat slechts uit één oogst namelijk ongeveer van 15/04 tot eind mei. Iets verder beneden het theeveld horen we een motor aankomen. Het is de man met het middageten. Twee grote kookpotten hangen weerszijden aan zijn motor. Maar terwijl we kijken hoe hij de kookpotten losmaakt zien we in de verte hevig typhoonregens afkomen. De pluksters binden grote plastiek vellen om hun lichaam. We weten nooit welke richting typhoons uitgaan. Maar dan ... naarmate het donkerder wordt hoor ik plots een paniekerig geroep en snellen alle pluksters de berg af. Ook Mr. Lei roept naar ons direct naar de jeep te komen. De weg is veel te gevaarlijk zegt hij als het regent.
De chauffeur stuurt behendig de jeep over de zachte en zwaar geteisterde aarden weg de helling af. De eerste druppels groot als knikkers spatten op het stoffig venster open en al gauw kunnen de schokkende ruitenwissertjes de stroom niet meer tijdig wegwissen. De putten vullen zich vervaarlijk met water. De chauffeur is dit gewoon. Hij stuurt zo goed hij kan de jeep door het gladde slib. Ik kijk naar buiten maar zet alweer verstand op nul. Het heeft geen zin angstig te zijn voor de ravijn ... of je angstig bent of niet: de ravijn is de ravijn en de weg is glad ... met angst los je dat probleem niet op. Alleen hoop dat de chauffeur zijn behendigheid beheerst en dat de jeep zijn commandes uitvoert. De rest is de grilligheid van de natuur waar je niks kan aan veranderen. Ik herinner mij de spreuk: aanvaard wat je niet kan veranderen, verander wat je wel kan veranderen, maar vooral heb wijsheid om het onderscheid te maken tussen deze twee. Vaak willen we veranderen wat we niet kunnen veranderen of blijven we bij de pakken zitten bij wat je kan veranderen. 'Ik kan niet' is vaak een verkeerde uitspraak die meestal 'Ik wil niet' inhoudt ...
In de 'fabriek' zijn ze naarstig bezig de verse Tie Guan Yin aan het verwerken. Het is verbazend te zien hoeveel werk het vervaardigen van deze thee vergt. Ik ben eens te meer vol bewondering. Een kleine hoeveelheid wordt wel tot 10 keer na elkaar in een doek opgerold, terug ontrold en kort verhit. Er zijn verschillende theemeesters en ieder doet het op zijn manier. Zo is er per meester een ander lot. Met sister Lin ga ik ze één voor één proeven. Jij bent een proefwonder zegt ze, en ze schrijft al mijn opmerkingen op. Het is overduidelijk voor mij: het ene lot ruikt overheerlijk naar witte frêle bloemen en smaakt heel subtiel maar toch vol, terwijl het ander lot nergens naar ruikt en veel te bitter is om te drinken. Sommige loten worden beter met één maand rijpen, zegt sister Lin. Het is voor mij de eerste keer dat ik zoiets meemaak en ben dan ook heel vereerd dat mijn smaak de kwaliteit van hun loten helpt bepalen. Bij haast iedere opmerking die ik geef steekt ze haar duim op. 'Je bent ongelooflijk' laat ze via Mark weten. Ik ben blij en word voor de zoveelste keer bevestigd dat mijn smaakdetectie goed is.
De volgende dag maken Mark en ik een wandeling door het dorpje. Iets wat ik de vorige keren ook al wou doen maar wegens tijdsgebrek nog niet had kunnen doen. De mensen zijn supervriendelijk. Slechts uiterst zelden komt er hier een westerling zodoende ben ik bekijks en gesprek van de dag. Ik kan mooie plaatjes schieten, maar sommige mensen staan toch liever niet op de foto. Maar handig en vlug als ik soms kan zijn, staan ze er al op voor ze neen wuifden. Als ik hen dan de foto toon slaan ze op mijn arm 'stout stout stout' en lachen hun kapotte tanden bloot.
Even later ben ik met mijn zoon Elias online. Hij zit al twee maanden in Tokio voor modellenwerk. Hij acteerde ook al in enkele TVcommercials. Maar hij krijgt schoontjes genoeg van Azië. Gelukkig mag hij volgende week via Moskou naar Parijs, om dan van Parijs via Finland naar New York te vliegen waar hij drie maand de catwalk en modecastings gaat stelen. Als ik aan de dochter van sister Lin en aan de andere jonge meisjes foto's van Elias op internet toon, slaken die de ene bezwijmende kreet na de andere. Ik heb gelukkig enkele foto's bij van hem en kan die uitdelen. Overgelukkig nemen ze die met beide handen aan. Maar toch vragen ze of ik de volgende keer gesigneerde exemplaren wil meebrengen. Als ik vertel dat er in China drie fanclubs van hem zijn, surfen ze prompt het net op en schrijven zich meteen als lid in met de boodschap dat Elias' moeder voor hun neus zit. Hilarisch. Sommige fans willen al meteen naar de theefabriek komen!
In de namiddag staat zwarte thee op het programma. Ook hier weer hetzelfde verhaal: verschillende meesters, verschillende smaken. Afhankelijk van het kneuzen, de tijd tot oxideren, de verhitting en het drogen krijg je heel verschillende smaken en geuren. Interessant! Ik wist dat grond, zon, regen, klimaat, meststoffen, sproeistoffen, plukmoment, ... de smaak bepaalt, maar had nog nooit zo stil gestaan bij het verwerkingsproces. Hetzelfde lot wordt verdeeld over verschillende theemeesters en door een paar minuten verschil of een paar graden variatie krijg je immense smaakverschillen. Ik heb weeral veel bijgeleerd.
Met verkneukeld plezier koop ik thee aan, benieuwd wat mijn klanten van deze nieuwe loten zullen vinden. Ik vertel aan sister Lin dat ik net een mail had ontvangen van Hilary Ackers (een vriendin en bekwame recensente over alle goeie geneugten van het leven met als hoofdthema lekker eten en drinken voor onder andere het NRC Handelsblad een opzienbarende krant in Nederland – Hilary was één van mijn eerste Nederlandse theeleerlingen die mijn professionele inleiding tot theesommelier volgende in Rotterdam bij www.theeconnaisseur.nl) waarin ze de organische Tie Guan Yin als “goddelijk” omschrijft. En dat is ie ook! Sister Lin bloost. Als het moment van vertrekken is aangebroken kan ze mij niet loslaten en smeekt om zo snel mogelijk terug te keren. En dat zal gebeuren! Alleen hoop ik dat mijn kinderen de volgende keer mee zullen zijn.
Die avond reizen we terug naar Xiamen city. Ik ben stil. Ik hou niet van de steden in China. Alhoewel Xiamen een vrij open stad is, kan ik me toch niet goed voelen. Ik krijg weer een kramp gevoel op mijn borst en voel een wurggreep die mij de adem beneemt. Als ik tegen mezelf zeg: 'it's all in the mind' adem ik dieper, maar de stank is niet te dragen. Net of je in een ondergrondse garage staat waar alle auto's op hetzelfde moment hun motor aansteken. Neen geef mij maar mijn theevelden.
Mr. Lei boekt voor mij en het koppel uit Beijing een luxehotel. Ik geniet. Eindelijk weer een propere badkamer zonder schimmel, een propere douche en een zacht bed met propere lakens en airco ! ! ! Want de hitte is in augustus in Xiamen bijna niet te dragen. We worden die avond uitgenodigd in een klasserestaurant waar enkel zeevruchten geserveerd worden. Ik zet mijn verstand op nul en eet schelpdieren en nog nooit geziene slakjes.
De volgende dag bezoeken we de universiteit. Ik ga daar graag. Dit is de enige plek in de stad waar ik me goed voel. Ik ga er naar 'mijn' kapper en laat mijn haar knippen. Hij knipt het veel te kort maar het kan weer groeien zegt hij laconiek. We proberen een gebrekkig gesprekje in het Engels te voeren en als ik vraag, overtuigd zijnde dat hij gay is, hoe oud zijn boyfriend is, lacht hij vrouwelijk mijn vraag weg. Girlfriend zegt hij. Oeps, ik die probeer niet te oordelen ben weer deftig bezig!
Middag. Het is veel te heet. Het koppel is gaan slapen, zegt Mark, 'to hot'. Ik vind dat een wijze beslissing en zoek ook mijn heerlijk bed in een gekoelde kamer op. Daar ik geen zin heb om rond te lopen in de stad blijf ik op mijn kamer en schrijf een paar bladzijden voor mijn tweede boek. We worden weer uitgenodigd door Mr. Lei alweer in een zeevruchtenrestaurant, logisch want Xiamen ligt aan de zee, maar dit keer op topverdieping van ons hotel. Het restaurant is een grote cirkel met rond-om-rond glas. De tafels staan in een cirkel aan de panoramische vensters opgesteld op een draaiende schijf. Zo krijgen we tijdens ons maal een 380° zicht op de stad vanop het 35ste verdiep. Ik prop mijn maag weer vol met kronkelend gedierte en kan deze keer met moeite soms de walging wegduwen. Gelukkig staan er ook wat groenten vandaag op het menu en kan ik het glibberig spul met 's velds kostbaarheden wegslikken.
En vandaag zijn we dus na een bezoek en aankopen van theebekers en andere theespullen in de wholesalemarket richting Taiwan vertrokken. Ik reis met twee overgelukkige mannen mee. Mr Yang en Mark. Mark gaat voor de allereerste buiten China. Hij is gespannen en kan met moeite zijn lach onderdrukken. Op de boot tot Kinmen zegt hij herhaaldelijk dat hij droomt. Op het vliegtuig naar Taipei is hij echter stil. Eens in de luchthaven kijkt hij verbaasd rond. Wat is het hier proper, rustig en stil, zegt hij haast fluisterend. 'Begrijp je nu waarom ik zo'n moeite heb met China?' vraag ik hem. Met mond open en gulzig rondkijkend beaamd hij mijn vraag met lang en traag geknik. We nemen een taxi naar het treinstation. 'I like Taiwan' zegt hij als hij van de rustige straten, de weinige mensen en van het kalm rijden van de taxi geniet, 'the people are so friendly and speak so softly'. Met grote ogen bewondert hij het station. Als ik vertel dat in België bijna al onze stations zo mooi zijn, begrijpt hij voor het eerst echt mijn afkeer voor de vuiligheid en de stank in China volledig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten