zaterdag 28 maart 2009

Treinreis naar de thee van Longjing

Het vele wachten in de auto van donderdag had me behoorlijk prikkelbaar gemaakt. Ik wou dingen bezoeken, thee ontdekken, gewoontes ontrafelen, ... Ik voelde me gestrand in een Chinese familie die alleen oog had voor het inrichten van hun penthouse. Ook de taalbarrière zorgde ervoor dat ik me eenzaam en onbegrepen voelde. Na een deftig gesprek over 'You said' en 'I thought' kwamen we tot de conclusie dat onze achtergrond van totaal verschillende culturen voor heel wat verkeerde interpretaties en dan ook onbegrip en moeilijkheden zorgden. Alleen door een open communicatie en het mogen zeggen en kunnen zeggen van ongenoegens kunnen wrevels van weerszijden vermeden worden. Deze gesprekken leiden dan tot een meer begrijpen van de verschillen tussen ons anders denken. Een klein voorbeeld: Minyi's oma ligt in het ziekenhuis na een hersentrombose. Ze wordt kunstmatig gevoed en kan niet spreken en niets meer bewegen. Ze weten zelfs niet of ze weet dat ze in het ziekenhuis ligt. Nu gingen zij tussen de vele boodschappen door haar vlug even bezoeken in de hoop dat haar toestand zou intussen eventueel verbeterd zijn. Ik vond het ongepast mee te gaan kijken naar een mens die totaal buiten westen ligt. Ik vond het een vorm van voyeurisme of de rampentoerist uithangen, daarbij niemand vroeg ook of ik mee wou gaan. Zo bleef ik dus in de auto wachten. Ook mijn zoon zei: “wacht hier ma”. Na een uurtje ongeveer komt hij naar de auto en vertelt dat de familie niet begrijpt waarom ik niet hun oma bezoek. Het is voor hen een teken van eer dat een vreemde de moeite doet om oma te begroeten. Ik had helemaal geen probleem om die vrouw te bezoeken en ben dan met 'plezier' mee gegaan. Zo zie je maar! (ondertussen vermelden dat popoo ondertussen veel beter is, weer zelf eet en als een arm en been goed kan bewegen! Gelukkig want het ziet er een heel lieve vrouw uit!) Ook aan tafel wordt er gewacht totdat ik als eerste mijn kommetje heb opgeschept. Ik word daar niet toe uitgenodigd; ik moet dat uit mezelf weten want dat is hier de gewoonte. Dus ik mag wanneer ik zelf wil gewoon beginnen met opscheppen, als vreemde, als eerste, zonder boe of ba en de rest volgt dan gedwee. Ook is het beleefd om dan tijdens het eten, eten op te scheppen voor iemand die ouders is dan jou, iemand van de vorige generatie, vooral als het om he laatste stukje gaat van de schotel.. Dus plots krijg je daar een stukje vlees of groente in jouw kommetje gedropt. Je mag ook nooit met je eigen stokjes eten nemen uit de schotels tenzij het om familie onder elkaar gaat. En thee bijschenken voor de ander als hun tasje of glas bijna leeg is, is een vorm van respekt. Het beste sta je daarvoor recht en ga je dan naast de persoon staan om in te schenken. Dit gaat nu over gewone tafeletiquette, maar als het over fundamentele denkpatronen gaat, is het uiterst belangrijk een open communicatie te hebben om alle misverstanden zoveel mogelijk te vermijden. Gelukkig is Minyi een heel open mens en zo hebben we op de trein meer dan 5 uur gedachten en denkwijzen en gewoontes uitgewisseld. Het was gezellig. We hebben een coupeetje in de slaaptrein. Op zo'n trein heb je verschillende classes met navenant prijskaartje. Je hebt de gewone zitplaatsen, dan de harde slaapbanken zonder tussenschotten en deurtjes en dan de 'zachte' slaapbanken 4 in een afgesloten coupeetje. Ik vind het leuk ik voel me in een Agatha Christiefilm zoals op de Oriënt Express maar dan liefst zonder thrillerintrige uiteraard. En een tip voor als je zelf ooit naar China komt: neem altijd de onderste banken want die wiebelen minder en je kan comfortabel aan je tafeltje zitten om te eten of te schrijven. Bovenaan zou ik mijn hoofd voortdurend stoten aan het lage plafond en moet je ofwel in de gang of elders gaan zitten als je gewoon wil neer zitten. In iedere wagon heb je een grote stoomketel met kokend water en op het tafeltje in de coupé staat een thermosfles. Iedere Chinees heeft een plastiek beker of een kleine thermosbeker, en in de laagste classe gewoon een glazen bokaal met schroefdeksel mee, waarin een lepel thee zit. Ze vullen constant die beker met kokend water weer aan en drinken zo gans de dag thee getrokken van dezelfde blaadjes. “Wordt die dan niet flauwer” hoor ik je tot in China denken. Nee, want het is een goeie kwaliteit groene thee, grote blaadjes die je zo ziet zinken naar de bodem van hun bokaal. Mooi om te zien eigenlijk. Deze gewoonte is ontstaan doordat de Chinezen enorm te kampen hebben met een drinkbaar-water-probleem. Ze moeten dus altijd het leidingwater koken vooraleer ze ervan drinken, dus waarom niet gebruiken voor thee. Alhoewel er ook menen zijn die warm water bij hun maaltijd drinken. Nathan vraagt dan om ijsblokjes (gemaakt van flessenwater uiteraard) en gooit die bij zijn thee waarop natuurlijk een resem afprijzende blikken en commentaren volgen. Een gewoonte die overbleef na zijn mastersopleiding en lesgeefopdracht aan de universiteit van Edinburgh, Schotland beweert hij. Voor het eerst begin ik me wat op mijn gemak te voelen. In Shenzen viel het nog mee maar in Foshan is de stank van de vervuilde lucht haast ondraagbaar vind ik. Gisteren liep ik met een papieren zakdoekje voor mijn neus om erdoor te ademen. (Iets wat je trouwens altijd bij je moet hebben want zelden vind je papier in een toilet.) Ik begon me behoorlijk te ergeren aan de massa's Chinezen. Ik verwenste alle 1000 Chinezen die op een vierkante meter rondom mij, kriskras van alle kanten mijn passen verhinderden op het plein voor het station. Ik kon geen Chinees meer zien en wenste al die spleetogen onmiddellijk naar de maan. Ze hebben ook geen enkel respect voor voetganger, fietser en bromfietser. Ze razen al toeterend overal en tussen en langs. Als je je op straat waagt hoor je niks anders dan toeteren. Hun rijstijl is verschrikkelijk,. Optrekken en remmen en toeteren van slecht onderhouden auto's en bussen die blauwe en witte walmen van stinkende uitlaatgassen het milieu behoorlijk aan de vaantjes helpt. Ik durf niet meer door mijn mond te ademen sinds ik hier ben. Maar de treinreis doet me goed. We sporen tussen de bergen en rijstvelden en schaars bewoonde dorpjes. Ik krijg weer hoop en kijk gelukkig met andere ogen naar de 2 andere Chinezen die onze coupé delen.

1 opmerking:

  1. tja Ann ik kan best begrijpen dat dit wat tegenvalt voor je, het is natuurlijk een totaal andere cultuur, leefgewoonte en manier van denken, laat staan de taal. Voor zover ik begrepen heb komt je doel nu toch weer wat dichterbij, hopelijk staan er nu een paar weken voor de boeg die je aangenaam zullen verrassen en een goed gevoel zullen geven, want die kan je best gebruiken. Positief denken is de boodschap. groetjes...

    BeantwoordenVerwijderen